Onderzoek moet aansluiten bij de praktijk van het werkveld. Onderzoek is in dit opzicht een managementinstrument. Met de onderzoeksresultaten wordt het management in staat gesteld zwakke en sterke punten op te sporen en beleid te ontwikkelen waarbij sterke punten gehandhaafd blijven en zwakke punten kunnen worden aangepakt. Sterk en zwak kan in dit verband op meerdere manieren worden gedefinieerd:
- In absolute zin: op welke onderdelen scoort een organisatie hoog en op welke laag? Daarbij moet men zich overigens altijd realiseren dat het ene onderdeel voor de klant van veel groter belang is dan het andere, dus aan het ene cijfer moet meer gewicht worden toegekend dan aan het andere. Wij laten u dit in de onderzoeksresultaten zien.
- In relatieve of competitieve zin: hoe verhouden locaties binnen een organisatie zich onderling. Welke zwakke plekken zijn er binnen de organisatie; welke locaties (of organisatie eenheden) doen het minder dan andere en welke kunnen als ‘best practice’ gelden? Dit alles per kinderopvangvorm. Vertaling naar een algemeen cijfer op organisatieniveau moet met de grootst mogelijke voorzichtigheid geschieden. De praktijk leert dat KDV, BSO en Gastouderopvang door ouders op verschillende wijzen worden beoordeeld. In de conclusies en aanbevelingen van de door ons gevoerde onderzoeken ziet u hoe u in één oogopslag de resultaten in verhouding tot elkaar moet beoordelen.
- In strategische zin: organisaties die meer willen dan goede kinderopvang en zich willen onderscheiden op bijvoorbeeld de verzorging, de openingstijden of het pedagogisch klimaat, zullen op deze onderdelen voor ouders herkenbaar willen excelleren: men wil de relatieve positie ten opzichte van de top vaststellen.